2012

Voorjaar De bijen zijn de winter goed doorgekomen! Gedurende de winter heb ik steeds gekeken naar dode bijen, maar de aantallen vielen reuze mee. Begin maart was ik getuige van hun reinigingsvlucht. Prachtig om te zien hoe ze op de eerst warme voorjaardag naar buiten gingen – als kalveren uit de stal (Maleachi 3: 20). Tijdens de peren- en appelbloei groeide het volk enorm en hebben ze flink wat honing kunnen produceren. Ik heb er 8 ramen uiteindelijk van kunnen oogsten. De zomer was vrij nat en koud, dus konden ze de honing ook goed gebruiken. Ik heb het volk gesplits toen het op het punt stond te gaan zwermen, door een ‘vlieger’ te maken. Ik heb het volk met kast en al een paar meter verder gezet en een nieuwe kast op de oude plek gezet. Daarin heb ik wat ramen van het oude volk met open broed gehangen en verder nieuwe raten om uit te bouwen. De vliegbijen vliegen dan uit de kast naar de oude plek met de nieuwe kast, omdat die lokatie nog in hun interne tomtom zit. In het open broed selecteren ze dan een paar larven om koninginnen te kweken. De niet vliegende bijen blijven achter met de oude koningin en kunnen verder groeien. Gedurende de zomer zijn er nog een paar natuurlijke zwermen geweest, waarvan ik er twee wist te onderscheppen. Ik heb nu drie volken in totaal ingewinterd met voldoende honing en een degelijke varroamijtbestrijding. Vorig jaar heb ik een vergunning voor de bouw van een bijenstal weten te verwerven. Eerst is er een plaat zand gestort om de schuur op te bouwen. Via een vriend van het dorp heb ik een viertal afgedankte heipalen van beton geregeld en die in een rechthoek neergelged bij wijze van fundering. Het is belangrijk om allerlei ‘mannetjes’ in de buurt te hebben met groot materiaal die je met dat soort dingen kunnen helpen; want ga maar eens sjorren aan een paar ton heipaal! Met de groentetuin zou ik dit jaar nu eindelijk eens serieus beginnen. Een paar vierkante meter (15 m.) maar zouden de volle aandacht krijgen. Want zegt een van de wetten van Murphy: er is nooit tijd om iets goed te doen, maar er is altijd tijd om iets over te doen. Gespit, gezaaid, gewied zelfs voor de eerste keer in mijn leven aardappels gepoot! Helaas, de vogelen des hemels, het kruipend gedierte dat op – en vooral onder – de aarde kruipt, de knaagbek, de sprinkhaan, de langpoot en de kaalvreter – Gods grote krijgsmacht (zie Joël 1: 4 en 2: 25) –  hebben korte metten gemaakt met wat een veelbelovende oogst moest worden. Zelfs de heilige boontjes – een oud ras – werd niet gespaart en tot de laatste boon opgevreten. Gelukkig kon ik dit leed met een paar andere moestuinhouders delen!   Zomer Het zaaddragende gewas legde het dus af in de strijd met de de muizen. Desondanks heb ik toch nog een grote emmer aardappels geoogst van 25 pootaardappels. N.B. de fazanten groeven ze steeds op en pikten de aardappels open. Ik zal mijn standpunt over de jacht desondanks niet herzien. Uiteindelijk leer ik vanzelf de les, dat mijn tijd nu verdeeld is over te veel dingen. Boter die uitgesmeerd is over teveel boterhammen zou Bilbo hebben gezegd. Een moestuin vergt dagelijks aandacht en onderhoud en als ik daaraan niet toekom, doen anderen dat voor me. Voor de schuur liggen er nu een dertigtal oude houten telefoonpalen te wachten op oprichting. Via via ben ik daar natuurlijk weer aangekomen. Ik wil daarmee het skelet van de schuur opbouwen – met pen-gatverbindingen! Inmiddels heb ik op het betonnen vierkant een houten balkenconstructie gemaakt, waarop ik de palen ga zetten. Helaas door tijdgebrek moet dat wachten tot volgende zomer. Deze zomer hoef ik niet te maaien. Een schaapskudde van “Weideliene” heeft een paar delen van het terrein kort gevreten. Binnen een paar dagen vreten ze dat tot op de bodem kaal – te beginnen met de brandnetels en de akkerdistels want die zijn kennelijk het lekkerst. Niet alle akkerdistels natuurlijk, want die zijn voor mijn bijen van cruciaal belang!   Najaar In de nazomer word ik altijd een beetje melancholiek. De tijd is om en wat oogst je dit jaar? Ik heb dit jaar ook weer geleerd, dat een jaar niets is vergeleken met de plannen die je hebt. Een akkerbouwer naast mij had dit jaar een veld uien verspeeld vanwege ziekte – hij daar 30 jaar geen uien meer zaaien! Onderploegen en niet meer aan denken was zijn motto. Ik heb mijn best gedaan en neem genoegen met wat wel gelukt is. De sloot rond het terrein laat ik weer uitmaaien door het loonbedrijf met een kraan op rupsbanden. Ik zet de bagger en het rietmaaisel op de kant. Ik zet het op hoopjes om te verteren. Begin dit jaar vond ik een egel die er zijn winterslaap in gehouden had! De bomen en struiken groeien nu snel. Ik kan er voorlopig nog geen hout van oogsten natuurlijk. Maar langs de weg ligt genoeg, dus regelmatig sta ik langs de weg snoeihout van het waterschap, de gemeente of natuurmonumenten te sprokkelen. Ik verzamel ook aangespoeld hout bij de dijk. “Verzamel afval” was een van de tips die een Argentijn gaf in een uitzending van Tegenlicht (VPRO) over de economische crisis in Argentinië. Wie weet wordt de economische crisis ook voor ons nog wel eens zo serieus als in zuid Europa. Waarom zou ik mijn baan niet kunnen verliezen? Het is goed om te bedenken hoe we dan zouden kunnen leven…