2009

Het sabbatsjaar liep wel een beetje uit in 2009, want ik merk dat een vierdaagse werkweek en de verzorging van een baby weinig tijd overlaat om eens goed aan te pakken. Desondanks is het plantgoed goed aangeslagen. Het perceel is in drie stukken verdeeld; allereerst door een doornhaag van meidoorn, sleedoorn en egelantier met een paar mispelstruiken ertussen. De tweede scheiding wordt gevormd door de grondwal, die is beplant met eik, haagbeuk en boskriek. De scheiding met het perceel met de buurman is ook daarmee beplant, aangevuld met een enekee rij zwarte els. Al dit geboomte dient op termijn als hakhoutbeheer, want ook als ik stilzit wil ik het bij de kachel een beetje warm hebben.

In augustus dit jaar ben ik begonnen met maaien; mijn eerste oogst zogezegd. Veel gras, bloemen, maar vooral veel akkerdistel en speerdistel. Een eerste confrontatie met wat Genesis profeteert, dat de aardbodem doornen en distels zal opbrengen! Ee deel van de distels heb ik consequent afgemaaid of de bloemknoppen eraf geknipt. Een ander deel mocht zijn gang gaan: de distelvlinder invasie dit voorjaar heb ik daarmee nog een duwtje in de rug kunnen geven en sinds de zomer vliegt er altijd een wolk van zo’n 50 putters (distelvinken) boven het veld rond. Gelukkig groeit er ook volop Dubbelkelk, een soort distel die in de Delta algemeen is, maar in de rest van het land zeldzaam.

In juli heeft het Waterschap de slootkanten afgegraven, waardoor er in deze lage hoek van de polder meer waterberging kwam. Prima voor mij, want hierdoor werd het drooggevallen slootje rondom het veld een stuk breder en lichter. Hopelijk komen de groene kikkers en salamanders weer terug. De bult grond die vrijkwam, wordt ter zijner tijd weer een beetje gevlakt. Hierop wil ik ooit nog het boerderijgebouw oprichten.